Chris de Smeed
Over Chris de Smeed zijn me een 2-tal anecdotes toegestuurd.
Ze zijn uiterst vermakelijk en zeker het lezen waard.
1.
Birmingham Small Arms (BSA) 1905
2.
Het Menke van Genk - 1913 door Jac. Linssen
Christiaan Smeets en Birmingham Small Arms 1905
Christiaan Smeets, de smid van Brachterbeek, kon zich omstreeks het jaar 1905 erop beroemen een der eerste "Limburgse
rijwielfabrikanten" te zijn.
Dat fabriceren gebeurde weliswaar niet massaal en ook werden niet alle onderdelen in eigen smederij gemaakt, doch het
was meet een vorm van "asssembleren'. Niettemin gold Chris de Smeed - zoals hij in de wande¬ling heette - als een der
weinigen die het fietsenmaken met veel succes beoefenden.
Naast meerdere andere merken was het merk B.S.A. een der besten en Chris de Smeed streefde er toen reeds naar het
betere werk op zijn naam te krijgen. Voor het samenstellen van een fiets moesten alle onderdelen bij een grossier worden
besteld en de framebuizen moesten door de fietsenmaker in die tijd zelf op maat worden gemaakt. Dit maakte het mogelijk
fietsen te maken van verschillende hoogte, hetgeen toen ook gebruikelijk was.
Zo geviel het, dat deze vooruitstrevende ondernemer op zekere dag zomaar voor 12 stuks B.S.A.-fietsen alle onderdelen
bestelde bij de betreffende grossier in Amsterdam. Dat was in die dagen een niet gering aantal voor een dorpssmederij.
Chris de Smeed had een uitstekende naam en de leverantie leverde geen enkel probleem op en zie, bij aankomst van de
gehele "marchandise" klopte alles uitstekend en ware het niet dat Chris constateerde dat de mooie bronzen B.S.A.-
merkplaten ontbraken, zo zou hij niet te klagen hebben gehad.
Dit echter was Chris geheel niet naar zijn zin.
Dat merk B.S.A. moest er op; wat dachten ze wel daar in Amsterdam!
De smid schreef een briefkaart "op hoge poten", waarin hij mededeelde, "alsdat ze maar eens gauw die merken moesten
sturen en dat hij niet eerder van plan was te betalen", enz. enz.
Binnen recordtijd was de fiets klaar en Chris de Smeed schreef zijn briefkaart. Op zeer korte termijn kreeg hij antwoord
en wel, dat een deskundige hem per trein vanuit Amsterdam zou komen bezoeken, "teneinde onderzoek te doen naar
de capabelheid des vakmans, waarna alsdan zal worden beslist over de toekenning van het B.S.A.-merk".
De resultaten van het onderzoek brachten aan het licht, dat de fiets van uitstekende constructie en afwerking was,
maar.... het deskundige oog van de controleur meende te moeten opmerken, dat het voertuig "ietwat te hoog" was
uitgevallen. Dat liet Chris niet op zich zitten en zei tegen de B.S.A.-man: "een ogenblikje, éééén oooooogenblikje".
Terwijl hij nog sprak besteeg hij zijn eigen stalen ros en reed spoorslags de poort van zijn smederij uit en zette koers
naar "de onderste Beek" (thans Stationsstraat).
De B.S.A.-man bleef verbluft achter en wist niet zo dadelijk wat hij ervan denken moest. Chris echter haalde zijn klant,
Jan van de Boshof zomaar van diens werk op de boerderij weg. Deze man was opvallend groot van postuur, men
noemde hem "lange Jan".
Ja, en toen Chris met zijn hooggewaardeerde klant de smederij betrad, deze aan de B.S.A.-man voorstelde als de
toekomstige eigenaar van de nieuwe fiets, ja, toen begreep de deskundige alles!
Hij kon dan ook niet anders dan Chris de Smeed het predikaat "uit stekend vakmanswerk" toekennen en de eigenaar
van de nieuwe fiets gelukwensen met zijn "velocipede", welke op deskundige wijze aan de behoefte van den gebruiker
was aangepast."
Binnen een week arriveerden per post bij Chris de 12 strak glimmende B.S.A.-merken!
Men zal er ongetwijfel nog een op gedronken hebben ... " in het gouden Hoefijzer".
Chris de Smeed en het Menke van Genk - 1913
- door Jac. Linssen, amateur historicus, uit Brachterbeek.
Chris de Smeed de dorpssmid van Brachterbeek was bekend om zijn zelfgemaakte fietsen, maar hij was
ook een uitstekend hoefsmid.
Bezig met een paard beslaan betaalde een klant hem tussen het werk door een bedrag van 10 gulden in die
tijd nog heel gewoon, met een gouden tientje. Daar de smid zijn werk niet kon onderbreken omdat de ijzers
in het vuur lagen en hij niet met zoveel geld in zijn broekzak wilde rondlopen legde hij het kostbare geldstuk
even in een nisje bij het smidsvuur onder een doosje lucifers. De bedoeling was het geld zo snel mogelijk
naar zijn vrouw in de keuken te brengen.
Door de beslommeringen van een drukke dag, was hij later het geld vergeten en toen hij later op de dag. na
het avondeten het muntstuk een betere plaats wilde geven was het tot zijn onbeschrijfelijke schrik
verdwenen.
Lang zat de smid die avond letterlijk met de handen in het haar en dacht na over de mensen die allemaal
die dag in zijn smidse waren geweest.
De pientere smid kreeg toe een inval. Hij dacht er ineens aan dat in het Belgische Genk een helderziende
woonde het "Menke van Genk" genoemd.
Deze kon naar het heette al1erei vergrijpen oplossen door de dader zomaar aan te wijzen. Iedereen in de
omgeving had weleens over het Menke van Genk gehoord.
Zoals steeds stonden er in de smederij dagelijks klanten met elkaar te praten en telkens begon de smid dan
zomaar te vertellen dat bij hem een gouden tientje was ontvreemd. Maar dat hij er gauw achter zou zijn wie
dat gedaan had. Hij zou de komende zondag naar België fietsen en het helderziende Menke van Genk
bezoeken. Deze zou hem dan zeker weten te vertellen wie de dader was. De aanwezige in de smidse
luisterden steeds met aandacht.
De list van de smid had uitstekend gewerkt....
Reeds enkele dagen later lag het gouden tientje weer onder het doosje lucifers.
Nadat hij lang de postzegel had gelikt en deze met een vuistslag op de kaart
had bevestigd, stuurde hij zoon René ermee naar de postbus. Chris was
tevreden en wachtte af.
Wat was het antwoord van de leverancier? Dat was nog lang niet mis. De heer
Smeets was weliswaar een hooggewaardeerd afnemer, maar zou als nieuwe
Rijwielfabrikant toch eerst moeten aantonen het gerenom¬meerde B.S.A.-merk
waardig te zijn. Hij moest namelijk na gereedkomen van het eerste exemplaar
B.S.A.-fiets maar een briefkaart sturen en dan zou vanwege de leverancier een
controleur het werkstuk komen keuren. Daarvan zou het afhangen of aan de
Heet Smeets het merk kon worden toegekend.
Het was dus niets meer en niets minder dan een erkenning na een examen-
werkstuk. Welnu; Chris zou ze "daar in Holland" wel eens wat laten zien. Dat hij
een fiets kon maken en een fijne fiets ook, dat zou hij tonen en zijn vak-eer
zette hij helemaal in omdat te bewijzen.