De Smeetsgroep - een limburgse familiesite
AANKOOP VAN EEN ROLLS ROYCE IN 1979. Omdat ik ook nog pistoolschutter ben en de maandagavond altijd gebruik om mij te bekwamen in deze wedstrijdsport, had ik na afloop een gesprek met een medeschutter. Het onderwerp was niet pistolen en revolvers, maar automobielen. Deze persoon beweerde een 75-jarige oom te hebben op een kasteel in Luxemburg die een Rolls Royce te verkopen had: Welk type en welk bouwjaar wist hij niet, maar in elk geval herinnerde hij zich dat de auto geen dubbele maar enkele koplampen had. Ik was natuurlijk direct geïnteresseerd en wilde wel eens gaan kijken. Hij zou in elk geval naar zijn oom opbellen om informatie en tegelijkertijd om een afspraak voor mij te maken. Na enkele weken was het dan eindelijk zo ver dat mijn vrouw en ik op een mooie voorjaarszondag in onze BMW stapten en naar Luxemburg vertrokken. Eigenlijk is Luxemburg niet juist, want we moesten bij Vianden de Duitse grens over, waar 100 meter verder het kasteel lag. Onder een grote stenen boog door reden we de binnenplaats op. Na aan de grote eiken deur aangebeld te hebben, werden we door de heer des huizes, dhr. Eggen, ontvangen en binnenverzocht. Ja, ja, hij had ons al verwacht, wij kwamen eens kijken naar de Rolls Royce. Ik zei tegen hem:"We hebben geen geld bij ons, we komen alleen maar informatief eens kijken" “Nou, dat mag gerust" zei hij, "kom maar mee naar de garage". En daar stond de voiture; een Rolls Royce Silver Cloud 1 SGE 16 uit 1958. Bordeauxrood van kleur, 5.40 m. lang, 6 cylinder, rechtsgestuurd, automatische viertraps versnellingsbak, stuurbekrachtiging, enz. De auto werd gestart en naar buiten gereden. Toch indrukwekkend zoals hij daar op het gazon stond. Bevallen kon hij ons wel. Na de auto goed geïnspecteerd te hebben en in de huiskamer nog een hele tijd alle wetenswaardigheden erover vernomen te hebben, werd het tijd om op te stappen. Bij het uitgeleide doen vertrouwde de heer Eggen mij toe: Ik doe de auto niet graag weg, maar ik ben nu gerustgesteld, want jij koopt toch geen Rolls Royce". Maar ik antwoordde hem:”Daar kon u zich nog wel eens lelijk in vergissen! Ik bel u nog wel op”. Thuis gekomen hebben wij nog enkele weken gewikt en gewogen, het geld dat we hadden zes keer nageteld, geïnformeerd wat de verzekering en de wegenbelasting zou gaan kosten, de garage opgemeten die natuurlijk een halve meter te klein was, enz. enz. Uiteindelijk werd dan toch maar besloten om de grote stap te wagen en telefoneerde ik naar het Schlosz dat we over drie dagen de Silver Cloud zouden komen halen. Omdat er geen verzekering op was, zou dat halen gebeuren met een aanhanger die we samen met een Opel diesel break bij een bevriende Opelgarage konden lenen. ‘s-Morgens om zes uur vertrokken mijn zoon René en ik richting Luxemburg. Toen we om ongeveer half tien bij de kasteelpoort arriveerden, was het eerste wat dhr. Eggen ons zei: "Ik verkoop de auto niet, ik kan er niet van scheiden. Toen ik vanmorgen naar jullie thuis opbelde om dit te zeggen, waren jullie al onderweg". Ik antwoordde hem:" Nou, dat is me ook wat moois, dat had u drie dagen geleden ook kunnen zeggen" "Ja maar", zei hij, "ik had altijd een stille hoop dat jullie toch niet zouden komen. Ik heb er nachten niet van kunnen slapen".
Zeker een uur lang hebben wij rond de Rolls Royce gelopen, geredeneerd en geargumenteerd, terwijl dhr. Eggen zelf toegaf dat hij nog nooit zo besluiteloos was geweest als nu. Uiteindelijk gaf het volgende de doorslag: Ik zei dat hij er wel aan moest denken dat zijn auto niet de handel in ging, maar verkocht werd aan iemand (ik) die er zelf plezier aan zou beleven. “Daar heb je gelijk in, dat geloof ik” zei hij toen en gaf me de hand: "Verkocht". De aanhanger werd klaargezet en eigenhandig reed de 75-jarige zijn Rolls Royce over de planken de aanhanger op. Toch moest hij erna even op de tuinbank gaan zitten om zijn emoties de baas te worden. Daarna werd er binnen afgerekend. Van alle bankjes werd het nummer secuur genoteerd en gecontroleerd. Het geheel moest door mij ondertekend worden dat de nummers klopten. Inderdaad was dit correct. Toen we wegreden werd er nog snel een foto gemaakt: "Nu ga je wel weg, maar ik hou je toch nog hier" zei hij. Voorzichtig werd de terugweg aanvaard. We kozen een thuisroute waarin de hellingspercentages het laagste waren. Bergaf niet sneller dan 40 km/uur, want anders begon de aanhanger vervaarlijk te slingeren en bergop niet sneller dan 10 km/uur in de eerste versnelling, anders kwamen we niet boven. Wat wil je anders, een diesel als trekker, een aanhanger er achter en een gewicht van meer dan 2000 kilo erbovenop. We hadden onderweg ontzettend veel bekijks. De meeste mensen bleven stilstaan en keken de gehele combinatie verwonderd na. Halverwege in België stopten we bij een friture en van ons laatste overgebleven geld konden we nog net een zak patat en een hot dog kopen. Deze aten we, staande tegen de Rolls Royce, op! Thuis gekomen op de binnenplaats moest de auto weer van de aanhanger af gemanoeuvreerd worden. Voor de voorzichtigheid werden er onder de afrijplanken een paar veilingkisten gezet. Dit verliep ook vlekkeloos en ik kon voor de eerste keer van mijn leven in een Rolls Royce plaatsnemen om een eindje te gaan rijden. En dan te weten dat de Sjah van Perzië deze auto's per tien stuks tegelijk koopt! Een beetje triest einde van dit verhaal is dat op 13 april 1980 de heer Eggen na een kortstondige ziekte is overleden en in Roth aan de Our begraven is geworden. Pierre Smeets.

top